Maaltijdbezorgers Deliveroo: werknemers of zzp-ers?

Of: de kerstmaaltijd die De Hoge Raad ons voor Pasen bezorgt…

Het eindarrest inzake de maaltijdbezorgers stond aanvankelijk gepland voor 24 december maar werd uitgesteld tot 4 februari. Ook toen weer werd geduld gevraagd, maar vandaag, twee weken voor Pasen, is het dan zover! De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over de vraag of de maaltijdbezorgers van Deliveroo werknemers of zelfstandigen zijn.

De achtergrond

De maaltijdbezorgers van Deliveroo werkten oorspronkelijk op basis van een arbeidsovereenkomst, maar vanaf juli 2018 liet Deliveroo ze uitsluitend werken op basis van een overeenkomst van opdracht. Sinds maart 2020 kregen de bezorgers alleen bestellingen aangeboden als ze waren ingelogd bij Deliveroo. Twee derde deel van de bezorgers van Deliveroo bracht niet genoeg maatlijden rond om meer dan 40% van het minimumloon (full-time dienstverband) te verdienen. Dit deel van de bezorgers was niet BTW-plichtig.

Het FNV startte de (collectieve) rechtszaak en verzocht de rechter daarin te bepalen dat de maaltijdbezorgers werkzaam zijn op basis van arbeidsovereenkomst. In dat geval hebben de maaltijdbezorgers meer rechten, zoals doorbetaling bij ziekte, ontslagbescherming en recht op minimumloon. De kantonrechter en (in hoger beroep) het gerechtshof stelde FNV in het gelijk. Geoordeeld werd dat de maaltijdbezorgers feitelijk werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst, ook al noemt Deliveroo het ZZP-contracten. Deliveroo tekende beroep in cassatie aan.

Het oordeel van de Hoge Raad

Lang verhaal kort: ook de Hoge Raad oordeelt dat sprake is van arbeidsovereenkomsten. Ik vat samen hoe de Hoge Raad tot dit oordeel is gekomen.

De Hoge Raad verwijst allereerst naar de wettelijke formulering van de arbeidsovereenkomst in art. 7:610 BW waarvan de kernelementen zijn: de werknemer verbindt zich in dienst van de werkgever tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Als de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet de overeenkomst als zodanig worden aangemerkt. Voor deze kwalificatie is niet van belang of partijen al dan niet de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen.

Alle omstandigheden van het geval

Of een overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, hangt af van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. Van belang kunnen onder meer zijn:

  • de aard en duur van de werkzaamheden,
  • de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald,
  • de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht,
  • het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren,
  • de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen,
  • de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd,
  • de hoogte van deze beloningen, en
  • de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt.

Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.

Het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.

Toegespitst op Deliveroo

Toegespitst op de casus van de maaltijdbezorgers had Deliveroo gewezen op de vrijheid van bezorgers om zich aan te melden indien en wanneer zij dat willen en om opdrachten te weigeren. Dat zou onverenigbaar zijn met een arbeidsovereenkomst, en dat hetzelfde zou gelden voor de vrijheid van bezorgers om zich te laten vervangen. De Hoge Raad merkt hierover op dat de vrijheid om al dan niet op het werk te verschijnen en om opdrachten al dan niet te aanvaarden op zichzelf het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uitsluit. Daarbij is het, aldus de Raad, in het bijzonder van belang wat geldt indien de werker wel verschijnt en een opdracht tot werk aanvaardt, en de frequentie waarmee en de duur waarvoor dat doorgaans geschiedt. Ondanks de genoemde vrijheid kan toch sprake zijn van een overeenkomst.

Ook de in de overeenkomst neergelegde vrijheid om zich te laten vervangen is op zichzelf niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad kent daarbij gewicht toe aan het feit dat wel sprake is van een situatie dat een bezorger zich bij gelegenheid kan laten vervangen, maar dat niet gebleken is dat zich de situatie voordoet dat een bezorger zich permanent door iemand anders laat vervangen, zonder dat dit door Deliveroo is geaccepteerd. Verder lijk het niet mogelijk lijkt dat een bezorger met Deliveroo contracteert en zijn werkzaamheden door allerlei andere vervangers tegelijk laat uitvoeren, waardoor dit een verdienmodel kan worden. Daarin ligt, aldus de Raad, besloten dat bezorgers in het algemeen geen aanleiding zullen zien hun werk anders dan incidenteel door een ander te laten verrichten en dat de daadwerkelijke betekenis van de vervangingsclausule voor de bezorgers gering is.

Eerder schreef ik een blog over een uitspraak in een vergelijkbare zaak: die van de Über-taxichauffeurs. Deze blog kan je hier terug lezen. 

De wetgever is aan zet

De Hoge Raad gaat nog in op een aantal vragen:

  • of er aanleiding bestaat voor nadere algemene regels of uitgangspunten ten aanzien van omstandigheden die de kwalificatie als arbeidsovereenkomst bepalen, mede ter afgrenzing van het werken als zelfstandig ondernemer?
  • of aanleiding bestaat voor nadere invulling van het begrip ‘in dienst van’ met de inbedding van het werk in de organisatie van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht?
  • of er aanleiding is voor het gebruik van een rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld op grond van de hoogte van de tegenprestatie voor het werk?

Daarop antwoordt de Hoge Raad dat deze vragen de aandacht hebben van de Nederlandse en Europese wetgever en verwijst daarbij onder meer naar de Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt d.d. 5 juli 2022 en de daaropvolgende Voortgangsbrief d.d. 16 december 2022 van de Staatssecretaris van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Hoge Raad kiest ervoor om de politiek hier niet voor de voeten te lopen en ziet daarom op dit moment geen aanleiding voor rechtsontwikkeling ter zake van deze onderwerpen.

Samenvattend:

Met dit arrest van de Hoge Raad kom ik tot de volgende slotsom:

  • Wezen gaat nog altijd voor schijn, dat wil zeggen, het enkele feit dat de overeenkomst kan worden vormgegeven als overeenkomst van opdracht en de werker (op papier) de vrijheid heeft al dan niet op te komen dagen voor het werk of zich te laten vervangen, legt niet genoeg gewicht in de schaal: er wordt gekeken naar de wijze waarop feitelijk uitvoering wordt gegeven aan de overeenkomst.
  • Het antwoord op de vraag of al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst (in plaats van een overeenkomst van opdracht met een zelfstandig ZZP-er) is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval die in onderling verband moeten worden bezien.
  • Of een arbeidsrelatie wel of niet als arbeidsovereenkomst heeft te gelden is daarom niet altijd ‘panklaar’ te zeggen, maar de Hoge Raad laat het aan de politiek om hier verdere regels over op te stellen.

Vanaf deze plaats zal ik je uiteraard op de hoogte houden van het verdere verloop van de politieke discussie en toekomstige regelgeving op dit punt.

Werk je in jouw organisatie met zelfstandigen en heb je vragen over dit onderwerp? Je kunt altijd contact met mij opnemen voor concreet advies, afgestemd op uw situatie. Ik denk graag met je mee.

Bart Sanders | Met mij sta je sterker in het arbeidsrecht